Het gaat niet om wat je hebt
Rajat Gupta, geboren in Calcutta, verloor voor zijn 18de beide ouders. Dankzij een studiebeurs wist hij zijn opleiding in India toch af te ronden. Hij haalde zelfs zulke goede cijfers dat hij werd toegelaten op Harvard. En Harvard bracht hem een baan bij McKinsey, waar hij twintig jaar later werd verkozen tot CEO. Een unicum in 1994, want Gupta werd daarmee de eerste Indiase opperbaas van een Amerikaanse multinational.
Toen hij 13 jaar later afscheid nam, bedroeg zijn privévermogen zo’n 100 miljoen dollar. Hij werd commissaris bij bedrijven als Procter & Gamble en Goldman Sachs en adviseur van de Bill en Melinda Gates foundation. Je zou denken dat Gupta daarmee meer had bereikt dan hij ooit had durven dromen, maar het stak hem dat in een netwerk vol miljardairs, zijn vermogen slechts middelmatig leek. Hij raakte geobsedeerd door geld. Zo geobsedeerd dat hij met voorkennis begon te handelen. Het resultaat? Twee jaar gevangenisstraf en onherstelbare schade aan zijn zorgvuldig opgebouwde reputatie.
Op het eerste gezicht zal het verhaal van Gupta vooral verbazing oproepen. Hoe kun je alles op het spel zetten als je al zoveel hebt bereikt? Maar velen van ons zullen ergens de obsessie met ‘meer’ wel herkennen. We hebben eigenlijk genoeg om comfortabel en tevreden te leven, maar raken opgewonden van verhalen over cryptorijkdom en afgeleid door snelle vastgoeddeals. Al ons spaargeld ‘moet’ aan het werk, liefst belegd in de nieuwe Adyen of ASML. Het maakt niet uit hoeveel we hebben, meer is altijd beter.
Maar hoe obsessiever we rijkdom najagen, hoe groter de kans dat ons geluksgevoel juist afneemt. Mensen blijken veel vaker geluk te ervaren als ze zich focussen op zingeving: een positief verschil maken in het leven van anderen of het delen van mooie ervaringen met vrienden en familie. Niet voor niets zei de Amerikaanse tv-ster Fred Rogers ooit: “Het gaat niet zozeer om wat je hebt in dit leven. Het gaat om wat we doen met wat we hebben.”
We wensen je veel financiële rust,
Marius en Jolmer